Blog 4 - Lopen naar liefde

Buiten giet het van de regen. Het is half zeven, nog donker. Houterig loop ik over de ijskoude gang van De Flank. Wie mij zo ziet zwalken, noemt het een ‘dronkemansgang.’ Maar ik weet beter.

Al zestien jaar train ik elke dag—zin of geen zin. ‘Zin moet je maken,’ zegt mijn moeder altijd. Sommigen noemen het een ijzeren wil, maar zo heb ik het nooit ervaren. Voor mij was het altijd iets anders: de pure, onbedwingbare drang om te bewegen.

Trappenberg, 2009. De eerste keer dat ik mij weer zelfstandig mocht voortbewegen. Na zeven maanden plat op bed trippelde ik als Speedy Gonzales door de gang in een actieve rolstoel. Vrijheid. Geluk in de overtreffende trap. Of misschien wel de eerste stappen richting het altaar...

Eric Drewes en ik trainden als bezetenen. Mijn doel was helder: ik zou lopen. Niet alleen om mezelf, maar ook voor de dag van mijn leven—de dag waarop ik met Annemiek zou trouwen.

‘Je zult nooit meer dan vijftig meter lopen met een rollator,’ zeiden ze. Ik weigerde dat te accepteren. ‘Zet je rollator maar weg,’ zei Eric op een dag. Ik keek hem ongelovig aan. Maar hij was vastbesloten. ‘Wil je lopen of niet?’ En ik liep. Eerst langs de loopbrug, toen een rondje om de oefenzaal. Uiteindelijk liep ik naar de Albert Heijn.

En op 4 juli 2011, op gloednieuwe schoenen van Scapino, liep ik naar het altaar. Annemiek gaf nooit op. Haar liefde hield me op de been. Net als de warmte en steun van het Naarderheem—a comforting presence, maar zonder me te laten verslappen. Mijn doel was vanaf dag één helder: Hoe dan ook, ik zou weer leren lopen.

Swen